Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [2]Hoewel zij Mij [3]dagelijks [4]zoeken, en [5]een lust hebben aan de kennis Mijner wegen, als een volk, dat gerechtigheid doet en het recht zijns Gods niet verlaat, [6]vragen zij Mij naar de rechten der gerechtigheid; [7]zij hebben een lust tot God te naderen; 2. Of, want zij zoeken mij dagelijks. 3. Hebreeuws, dag, dag; zie Ps.61:9. 4. Dat is, in den tempel komen om mij hunne offeranden te brengen en hunne gebeden aldaar te doen; maar het gaat hun niet ter harte, het geschiedt al uit huichelarij. 5. Dat is, zich houden alsof zij daar een oprechten lust aan hadden, dat zij de priesters de wet horen lezen en verklaren. 6. Te weten door de profeten. 7. Hebreeuws, zij hebben lust tot de nadering Gods; dat is, zij stellen zich uitwendiglijk alzo aan, alsof zij lust daaraan hadden en alsof het hun ernst ware mijne geboden te weten en hun leven naar dezelve aan te stellen.